Hoe zou je ook kunnen kijken naar de Nederlandse traditionele Zwarte Piet?

De echte Sinterklaas was -zoals bekend – niet alleen een kindervriend, maar ook een weldoener in het algemeen. In de Turkse stad Myra, waar hij bisschop was (hij is daar in de buurt, in de stad Patara, geboren op 15 maart 270), was een goedbezochte slavenmarkt. In die tijd was slavenhandel vrij normaal en in die regio werd de handel georganiseerd door Arabieren. Dat hadden ze niet zelf bedacht, want het in beslag nemen en verhandelen van mensen was al eeuwenlang gebruikelijk bij de oude Grieken, de oude Romeinen en onder Afrikaanse stammen. En dus ook onder de Arabieren, die in Myra vooral Afrikanen verkochten, die ze hadden ‘buitgemaakt’ bij diverse veldslagen in Oost-Afrika. Het ging dus om Kenianen, Ethiopiërs en Tanzanianen (al heetten die landen toen natuurlijk nog niet zo).

Het is niet helemaal duidelijk hoe Sint Nicolaas aan zijn rijkdom kwam, wel dat hij zeer bemiddeld was. Hij had de gewoonte om rond zijn verjaardag cadeaus uit te delen. Vaak waren dat pakketten met voedsel en kleding, die hij liet bezorgen bij arme gezinnen in de stad. Hij had daarbij met name oog voor de slechte positie van kinderen en stopte arme kinderen vaak wat extra’s toe. Zo is er bijvoorbeeld de legende die is opgetekend door Michaël de Archimandriet, waarin verteld wordt hoe er drie maal een geldbuidel werd bezorgd bij een arme man, die geen geld had om zijn dochters als bruidsschat mee te geven. De legende schrijft deze mysterieuze geldbuidels toe aan Sint Nicolaas.

Maar ook de slechte positie van slaven stak hem. Af en toe ging hij naar de slavenmarkt om daar een paar slaven te kopen. Zodra hij hen mee naar huis genomen had, gaf hij ze de vrijheid. Sommigen trokken daarna de wereld in en anderen bleven uit dankbaarheid bij hem wonen en hielpen hem bij het verzorgen van het huis en de tuin. En ze hielpen hem bij het rondbrengen van de cadeaus voor de arme gezinnen, uiteraard.

Het spreekt vanzelf dat deze reputatie van algemeen weldoener en kindervriend, omringd door assistenten met een donkere huidskleur, het imago van Sint Nicolaas is gaan vormen. Hoe het feest zoals wij het nu kennen precies is ontstaan, is niet helemaal duidelijk. Wel staat vast dat het boekje ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ dat de schoolmeester Jan Schenkman in 1850 schreef, hierin een belangrijke rol heeft gespeeld. De auteur kende de relatie tussen Sint Nicolaas en de vrijgekochte slaven ook en heeft een van hen een rol gegeven in het boekje, als assistent van de Sint (‘een knechtje, dat zwart is van kleur’).

Dan speelt er nog een anekdote waarin gesteld wordt dat, toen de Gemeente Amsterdam in 1921 de intocht van de Sint iets groter wilde aanpakken, de complete Surinaamse en dus getinte bemanning van een koopvaardijschip zich opwierp om met z’n allen dat knechtje uit te beelden. En de rest is geschiedenis.

Kortom: er is absoluut een sterke relatie tussen Sinterklaas en slavernij, maar niet op de manier die mensen (die tegenwoordig niets meer schijnen uit te zoeken en alleen maar afgaan op hun zelfbedachte vooroordeel) denken en roeptoeteren.

Dat gebeurt al heel lang, zoals een artikel in de National Geographic ook al zegt: mensen vermoedden een relatie met de ‘gewoonte’ (?) van Nederlandse slavenhandelaren om elkaar als cadeau een leuk slaafje te geven. En ze vermoedden een samenhang met de Zuid-Afrikaanse traditie om in theatershows zwarten belachelijk te maken. Helaas worden er doorlopend allerlei dingen bij gehaald, die niets te maken hebben met de oorspronkelijke afkeer die de Goedheiligman had van slavernij.

Misschien is het een idee om 6 december, de dag dat wij de verjaardag van de Sint vieren (maar die in werkelijkheid zijn sterfdag is; wij vieren het feest op de vooravond ervan omdat de sterfdag de naamdag is geworden), of wellicht 15 maart, zijn werkelijke geboortedag, uit te roepen tot internationale dag tegen de slavernij, daarbij de Sint plus alle Zwarte Pieten, niet gespeeld door zwartgeverfde blanken, maar gespeeld door mensen met een slavernijverleden, op te laten draven en er een heel groot feest voor het vieren van persoonlijke vrijheid en tegen de slavernij van te maken, met serieuze herdenkingen afgewisseld met zang en dans, optochten en cadeautjes.

Helaas staat dat plan staat heel ver af van het huidige gekrakeel, is vrij genuanceerd en heeft veel te maken met de waarheid. 

Mogelijk wordt het niks met dit plan dat alle gedoe zou kunnen oplossen? Blijven we liever met z’n allen boos?